Home > artikelen > Interview: Anne Neijzen over Vrije val
artikelen

Interview: Anne Neijzen over Vrije val

‘Het lijkt me heerlijk als je alles bij elkaar kwijt kunt’

De tweede roman van Anne Neijzen Vrije val gaat over vriendschap en verraad tegen de achtergrond van de  Bijlmerramp, toen op 4 oktober 1992 – nu 25 jaar geleden – een vrachtvliegtuig neerstortte op de Bijlmer waarbij veel mensen om het leven kwamen. Anne Neijzen is in het dagelijks leven advocaat en coach. Van haar verscheen eerder de roman Zoutberg.

Door Monique Huijdink

Hoe kwam je op het idee voor deze roman?
‘Ik wilde iets doen met de Bijlmerramp waar ik destijds bij betrokken ben geraakt omdat ik de advocaat was van een van de ernstigste letselschadeslachtoffers Pa Sem, dé held van de Bijlmerramp. Pa Sem redde de 10-jarige Reinaldo uit de brandende puinhopen van de Amsterdamse Bijlmerflat. Hij was het gebouw al ontvlucht maar ging terug de vuurzee in, wist het jongetje te redden maar kwam zelf als een fakkel brandend naar buiten. Hij liep ernstige verminkingen op aan zijn lichaam. Een deel van mijn ervaringen met de Bijlmerramp heb ik gebruikt in deze roman, maar het gaat vooral over een verstikkende vriendschap tussen twee vrouwen.’

Gebruik je je ervaringen als coach ook bij het schrijven?
‘Ik geef werkgerelateerde coaching, meestal voor professionals als advocaten, artsen en tandartsen. Ik werk met het enneagram, een model dat uitgaat van negen persoonlijkheidstypes die allemaal hun eigen drijfveren en valkuilen hebben. Met mijn cliënten bespreek ik welk enneagramtype ze zijn waardoor ik ze veel diepgaander kan coachen. Het is voor mensen vaak een feest van herkenning. Bij het creëren van mijn personages maak ik ook gebruik van de enneagramtypes waardoor ze heel consistent worden in hun gedrag. De ik-persoon Suzanne in deze roman is bijvoorbeeld type 3, de succesvolle werker. Dat zijn mensen die heel doelgericht en effectief in het leven staan en precies weten wat ze moeten doen om dat doel te bereiken. Het andere belangrijke personage Lize is het enneagramtype 4, de individualist en romanticus. Een type dat sterk wisselende emoties kan hebben, vaak heel creatief en sociaalvaardig is en behoefte heeft aan een intense verbinding met de ander wat gepaard gaat met aantrekken en afstoten.’

Als je vanuit zo’n systeem kunt denken dan heb je daar natuurlijk veel houvast aan. Heb je vooraf bedacht dat je met type 3 en 4 wilde gaan werken?
‘In het begin ben ik daar helemaal niet mee bezig. Ik begin te schrijven en dan ontwikkelt zo’n personage zich. Pas na een poosje ga ik kijken welk enneagramtype ontstaan is en gebruik ik dat voor de verfijning van de karakters. Bij het schrijven van dit boek bleek het meer en meer te gaan over een beklemmende vriendschap tussen Suzanne en Lize, die ontstaan is in hun jeugd waarbij schuldgevoel een grote rol speelt. Ik vind het effect dat schuldgevoel heeft op iemands leven fascinerend. Wat mensen zichzelf aandoen uit schuldgevoel, vooral als het voortkomt uit verraad.’

Waarom laat je het verhaal afspelen in 1995?
‘Dat is drie jaar na de Bijlmerramp. Het is geloofwaardiger dat de personages er dan nog sterk mee bezig zijn dan wanneer het in de huidige tijd zou spelen. De ik-persoon Suzanne gaat op reis naar Parijs en probeert onderweg te reconstrueren wat er is misgegaan in haar leven, met name met de vriendschap met Lize. Op die manier kon ik de geschiedenis van deze twee vrouwen min of meer chronologisch in de tijd vertellen via terugblikken, zodat het geen ingewikkelde puzzel zou worden. Je reist als lezer met Suzanne mee, ondertussen probeert zij op een rijtje te zetten wat er precies gebeurd is en welke gebeurtenissen belangrijk waren.’

Hoe heb je de thema’s schuld en boete verwerkt in de vriendschap tussen Suzanne en Lize?
‘Ze worden als ze twaalf jaar zijn geconfronteerd met een ernstig ongeval van de vader van Suzanne waaraan Lize deels schuldig is. De vader loopt een dwarslaesie op en om daarvoor boete te doen dwingt de moeder van Lize haar en haar broertje om elke zondag bij Suzanne’s vader op bezoek te gaan. De meisjes kennen elkaar dan nog niet. Na verloop van tijd begint Suzanne’s vader gesteld te raken op Lize en worden zij en Suzanne min of meer gedwongen om vriendinnen te worden. Dan blijkt dat Suzanne zich ook schuldig voelt over het ongeval, wat een onverwachte band schept tussen de meisjes. Gaandeweg wordt die vriendschap steeds intenser. Ze herkennen zichzelf in dat gedeelde schuldgevoel.’

Maar ze voelen ook rivaliteit jegens elkaar.
‘Dat ontstaat al vroeg omdat de vader van Suzanne Lize begint te mogen en zelfs een koosnaampje voor haar bedenkt. Suzanne voelt zich daardoor miskend. Lize vindt het wel spannend en leuk omdat haar eigen vader al vroeg is overleden en zij behoefte heeft aan een vaderfiguur in haar leven. Ook op de middelbare school is de rivaliteit nog heel belangrijk, ze proberen elkaar de loef af te steken bijvoorbeeld met vriendjes. Daar speelt het aantrekken en afstoten een grote rol. Ze hebben dan ook al diepgravende gesprekken over schuldgevoelens en geheimen, waardoor ze erg intiem zijn met elkaar. Mij intrigeert de intensiteit van zo’n vriendschap die bijna symbiotisch is, iets wat ik zelf nooit op zo’n manier gekend heb. Het lijkt me heerlijk als je alles bij elkaar kwijt kunt en alles van elkaar begrijpt.’

En toch laat je de vriendschap ontsporen!
‘Ze verwachten ontzettend veel van elkaar ook als ze eenmaal volwassen zijn en gaan samenwerken in een galerie. Dan eisen ze van elkaar dat ze helemaal tot de bodem gaan, volkomen eerlijk zijn en zich blootgeven over wat hen over bepaalde onderwerpen bezighoudt, zowel in hun jeugd als in het heden. Het is natuurlijk ook een blijk van groot vertrouwen als iemand met jou zo ver durft te gaan. Maar met name Suzanne ervaart dat bij vlagen als bedreigend omdat ze het gevoel heeft leeggezogen te worden. Ze neemt dan afstand van Lize om enige tijd later toch weer contact met haar te zoeken.’

Is deze vriendschap een vorm van verslaving, misschien zelfs een hunkering naar pijn?
‘Het is zeker een verslaving. Niet zozeer een hunkering naar pijn maar wel naar diepgaand contact, ze kunnen dat niet met anderen daarom moeten ze onderdeel uitmaken van elkaars leven ten koste van alles. Ze hebben een gedeeld jeugdtrauma. Door hun schuldgevoel zijn ze verminkt geraakt en dat is wat ze bindt. Uiteindelijk is deze vriendschap heel verstikkend en dat kun je maar op één manier oplossen door radicaal de wortels door te knippen. In dit geval gebeurt dat door een groot verraad.’

Ten slotte komt de Bijlmerramp als een verlossing voor Suzanne, dat vond ik schokkend.
‘De Bijlmerramp wordt haar in de schoot geworpen. Dankzij die ramp lijdt zij geen gezichtsverlies, zo ervaart ze dat. Dat is inderdaad schokkend.’

 

Geef een reactie