Interview: Martin Koolhoven over zijn scenario van Brimstone
‘Dit verhaal moest gaan over de consequenties van geweld’
Martin Koolhoven is de regisseur maar ook de scenarioschrijver van zijn veelvuldig bekroonde speelfilm Brimstone, een western-thriller die speelt in het Amerika van de 19de eeuw toen strenggelovige protestantse pioniers uit Nederland zich in het ‘beloofde land’ vestigden. Brimstone is Koolhovens eerste Engelstalige film, is inmiddels aan meer dan 80 landen verkocht en won zes gouden kalveren op het Nederlands Filmfestival. Koolhoven is ook regisseur van films als Het Schnitzelparadijs en Oorlogswinter.
Door Monique Huijdink
Wanneer ontkiemde het zaadje voor dit scenario?
‘Mijn film Oorlogswinter was heel succesvol en daardoor kreeg ik veel aanbiedingen. Ook uit het buitenland. Een Engelse producent legde mij een script voor, een romantische komedie, maar daar had ik helemaal geen zin in omdat ik dat een achterhaald genre vind. Toen maakte ik bij wijze van grapje de opmerking dat ik liever een western wilde maken. Op dat moment was de western als genre op sterven na dood. Nadat ik talloze westernscenario’s gelezen had, kreeg ik er een die ik wel aardig vond, maar ik wilde dat script herschrijven. Uiteindelijk is Brimstone een totaal ander scenario geworden, maar door dat herschrijven werd ik gedwongen na te denken over wat voor soort western ik wilde maken. Het is een heel filmisch genre en het interessante is dat het gaat over een tijd waarin nog heel veel onontgonnen gebied was, waarin heel veel mogelijk was, waar anarchie heerste en wetteloosheid: dat heeft iets heel aantrekkelijks, vooral vanuit een mannelijk perspectief. Maar het bestaan in die periode was ook bikkelhard. Er gold het recht van de sterkste. Ik had net een boek gelezen waarin een beeld wordt geschetst van de opties die vrouwen hadden in die periode: of ze gingen trouwen of ze gingen de prostitutie in. Dat vrouwelijke perspectief vond ik interessant.’
Waarom heb je de hoofdrollen gesitueerd in een zeer strenge calvinistische geloofsgemeenschap?
‘De meeste spaghettiwesterns zijn zo goed omdat ze heel erg Italiaans zijn. Ik wilde een western maken die heel erg bij mij past. Het moest dus een Nederlandse uitgangspunt krijgen en dat leidt automatisch naar het calvinistische geloof. In de film is een compleet Nederlands dorp naar Amerika verhuisd omdat ze Nederland niet vroom genoeg vinden. Dat gebeurde in die tijd. Westerns gaan eigenlijk over de ontstaansgeschiedenis van het huidige Amerika, over het DNA van dat land. En het protestantse geloof speelt daarin een grote rol, terwijl de meeste westerns eerder een katholieke sfeer hebben omdat er veel Italiaanse westerns gemaakt zijn. Films met een protestantse uitstraling zijn zeldzaam.’
Eén van de hoofdpersonen genaamd The Reverend is een dominee, maar hij is meer een soort satan.
‘De film heeft vier hoofdstukken. In het tweede en derde hoofdstuk komt zijn verleden aan bod en daarin is hij aardser en menselijker dan in het eerste en laatste hoofdstuk. Ik heb in het scenario de extremen opgezocht. Als je de weinig florissante positie van een vrouw kiest gecombineerd met een zeer streng geloof dan komt er vanzelf veel geweld aan te pas.’
Ik heb eerst het scenario gelezen en daarna de film gezien. Er zijn nogal wat verschillen. Ik vond het scenario nog veel gewelddadiger dan de film.
‘Ik heb jou de versie van het scenario gegeven waarop de film gefinancierd werd, in latere versies is er nog het een en ander veranderd. Een aantal scènes uit dat scenario is niet in de film terechtgekomen, meestal om financiële redenen. Omdat het te duur werd. En de film zou nóg veel langer zijn geworden. Hij duurt nu al twee-en-half uur. Opmerkelijk is wel dat mensen zoals de financiers de film heel erg gewelddadig vonden terwijl het scenario, dat ze vooraf gelezen hadden, veel gewelddadiger is. Zo zie je dat beeld dus hoe dan ook veel heftiger is dan tekst.’
Vooral uit het eerste hoofdstuk met de titel Revelation zijn een paar scènes die in het scenario stonden, verdwenen. Erg gruwelijke scènes. Vonden de financiers die scènes te ver gaan?
‘Nee, de financiers hebben daar niets over gezegd. Het werd gewoon te duur om alle scènes te draaien, dus ik moest er een paar schrappen. De scène waarin hoofdpersoon Liz in een waterput zit, is niet in de film terechtgekomen. Dat vond ik heel erg jammer want dat is een zeer beklemmende scène omdat ze niet uit die put kan. Ik heb dat veel simpeler moeten oplossen. De andere scène die de film niet gehaald heeft, is met een schaap dat in de fik gestoken wordt. Bij die scène was ik bang dat het beter overkwam op papier dan in de film. Ik was bang dat het komisch zou worden: zo’n rennend brandend mekkerend schaap. Ik vreesde dat het enorm zou afleiden van de kern van de scène, namelijk een dronken man die verhaal komt halen omdat zijn kind bij de geboorte gestorven is door het handelen van Liz, die vroedvrouw is. Maar er zijn nog genoeg gruwelijke scènes in het eerste hoofdstuk overgebleven. Nu gaat niet een schaap in vlammen op, maar het huis van Liz en haar gezin.’
De vrouwelijke hoofdpersonen kunnen of mogen niet praten. Waarom wilde je dat?
‘Een van de eerste ideeën die ik had was om hoofdpersoon Liz een heel extreme keuze te laten maken, als ze om te overleven de identiteit van iemand anders aanneemt. Ze gaat zich voordoen als een vrouw die niet kan praten omdat die vrouw geen tong had. Door die beslissing werd het monddood maken gaandeweg een leidmotief in het scenario. Het idee dat de moeder van Liz geen mening mag hebben en zelfs een masker krijgt waardoor ze niet meer kan praten, kwam daarna pas. Ik wilde laten zien hoe erg dat monddood maken voor die vrouwen was.’
Waarom besloot je om de vier hoofdstukken niet chronologisch op te voeren?
‘Ik had in eerste instantie wel een lineair verhaal geschreven met heel veel flashbacks op het einde om gebeurtenissen uit te leggen. Maar het waren veel te veel en veel te lange flashbacks. Dat werkte niet. Ik merkte dat het verleden onderdeel van het verhaal moest worden. Om dat verleden goed te kunnen uitwerken wist ik in een flits hoe de structuur moest worden, namelijk deze vier hoofdstukken die tussen heden en verleden heen en weer springen.’
Welk mensbeeld heb je willen uitdragen in dit scenario?
‘Ik had het idee dat dit verhaal moest gaan over de consequenties van geweld. Ik wilde dat je heel snel het gevoel krijgt dat het geweld alom aanwezig is. Het begint al met een kind dat doodgeboren wordt door een ingreep van Liz. Ze moet het kind tijdens de geboorte doden om het leven van de moeder te redden. Maar als je teruggaat naar het verleden van Liz blijkt het geweld daar ook al te bestaan en merk je het vreselijk destructieve effect ervan. In het derde hoofdstuk wordt duidelijk wat de motivatie van The Reverend is voor zijn gruweldaden. Dat is behoorlijk menselijk en psychologisch begrijpelijk. Daar zit een enorme seksuele frustratie die helemaal misloopt. Als geweld in zo’n situatie dichtbij is, gebeuren er vreselijke dingen die vreselijke gevolgen hebben.’
Had dit scenario ook een roman kunnen worden?
‘Als ik niet zo in film dacht, denk ik wel dat het een roman had kunnen worden. Toen ik het schreef wilde ik dat je de scènes voor je kon zien. Ik wilde het heel visueel maken. In Amerika doen ze dat anders, maar ik kreeg toch ook van Amerikanen complimenten over hoe visueel het geschreven was. Ik heb nog even met het idee gespeeld om er een graphic novel van te maken, want het soort verhaal en wat erin gebeurt past heel goed in de Amerikaanse traditie van de strip.’
Wilde je met dit verhaal ook iets over het heden zeggen?
‘Elke historische film gaat uiteindelijk over het heden. Religieus gemotiveerd geweld is iets wat nu ook aanwezig is. Toen ik voor de research willekeurige fragmenten opzocht in de Bijbel – cherry picking om daarmee het karakter en de daden van The Reverend te motiveren – dacht ik: dat is wat mensen met gewelddadige bedoelingen nu met de Koran doen. Het verhaal van Brimstone heeft dus heel veel te maken met het heden.’